Thonet
Michael Thonet
Met de uitvinding van de gebogen houten meubels heeft Michael Thonet de oorsprong voor de industriële produktie gelegd. Hij werd in 1796 in Boppard am Rhein (Duitsland) geboren en opende daar in 1819 zijn eigen bouw- en meubelwerkplaats. Rond 1830 experimenteert hij met in lijm gekookte fineerstroken en na enkele jaren is de uitvinding van ‘meubilair van massief gebogen hout’ een feit.
Fürst Metternich, Staatskanselier van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie, houdt van de meubels van Michael Thonet en haalt hem in 1842 naar Wenen. Hier begint hij met zijn zonen in 1849 een nieuwe onderneming die in korte tijd wereldwijd succesvol werd en snel expandeerde. In de fabrieken in het huidige Tsjechië, Hongarije en Rusland werden meer dan 865.000 gebogen houten stoelen per jaar geproduceerd. In 1871 stierf Michael Thonet in Wenen en werd de onderneming door zijn zonen voortgezet. In de jaren na 1930 hield Thonet zich bezig met de constructie en techniek van meubels uit stalen buizen en groeide uit tot de grootste fabrikant ter wereld. Naast de ontwerpen van architecten werden talloze eigen modellen geproduceerd. De tweede Wereldoorlog bracht een grote terugslag: de fabrieken in het oosten werden onteigend. De fabriek in Frankenberg (Duitsland), in 1889 opgericht, is vanaf die tijd de hoofdzetel en produktielocatie. Vandaag de dag zijn er Thonet handelshuizen in alle belangrijke metropolen van de wereld.